
Gebruik uw keuzemogelijkheden

U wilt een pensioen dat past bij uw persoonlijke wensen. Bij het Bakkers Pensioenfonds kunt u zelf uw pensioen samenstellen. U kunt bijvoorbeeld gedeeltelijk met pensioen om op uw kleinkinderen te passen. Of u kunt de eerste jaren een hoger bedrag krijgen om een mooie reis te kunnen maken.
Met deze vier keuzes maakt u maatwerk van uw pensioen
Wat kost het? Wat levert het op? Bereken het nu zelf online!
U wilt natuurlijk weten wat deze vier keuzes betekenen voor uw pensioen. Met het Pensioendashboard op onze website kunt u dit zelf online berekenen. U kunt bijvoorbeeld zien hoeveel pensioen u krijgt als u eerder stopt met werken. U kunt ook uw verwachte inkomen en uitgaven vergelijken. Op die manier ziet u of u straks genoeg pensioen heeft.
Lees meer over de vier keuzes en bekijk de rekenvoorbeelden
Hieronder vindt u meer informatie en rekenvoorbeelden bij alle keuzes. De voorbeelden zijn fictief en kunnen afwijken van uw eigen situatie. Wilt u precies weten wat de keuzes betekenen voor uw eigen pensioen? Bereken het nu direct in het Pensioendashboard.
Keuze 1 - Eerder of later met pensioen
Uw pensioen gaat in als u 68 jaar bent. U kunt ervoor kiezen om eerder te stoppen met werken. Dat kan vanaf 55 jaar. Dit betekent wel dat u een lager pensioen krijgt dan wanneer u tot uw 68ste blijft doorwerken. Of u werkt juist (gedeeltelijk) langer door. Dat kan uiterlijk tot uw 70ste. En uw werkgever moet daarmee akkoord gaan.
Voorbeeld - Eerder met pensioen
Bram is 64 jaar oud. Op dit moment heeft Bram een pensioen opgebouwd van € 9.000 bruto per jaar. Als hij doorwerkt tot zijn 68ste wordt dit bedrag hoger. Maar Bram wil eerder met pensioen om te kunnen genieten van zijn hobby’s.
Dit heeft gevolgen voor zijn pensioen
- Omdat Bram vier jaar eerder met pensioen gaat, bouwt hij vanaf zijn 64ste tot zijn 68ste geen pensioen meer op.
- Omdat Bram vier jaar eerder met pensioen gaat, moet zijn pensioen over een langere periode worden uitbetaald.
Daarom krijgt hij een lager pensioen. Dit berekenen we door zijn pensioen te vermenigvuldigen met een factor. In dit voorbeeld is dit 81,3%*.
Zijn pensioen vanaf 64 jaar wordt dan: € 9.000 x 81,3% = € 7.317 bruto per jaar.
Bram kiest voor AOW-compensatie
Bram krijgt de eerste jaren nog geen AOW. Hij verwacht dat hij van € 7.317 bruto per jaar niet kan rondkomen. Hij ruilt daarom een deel van zijn ouderdomspensioen in voor een AOW-compensatie van € 10.000 bruto per jaar. Dit bedrag wordt uitgekeerd tot de 1e van de maand volgend op de AOW-datum van Bram (67 jaar). In dit voorbeeld wordt het pensioen € 1.453* lager.
Brams pensioen vanaf 64 jaar is: € 7.317 - € 1.453 = € 5.864 bruto per jaar. Daarnaast krijgt hij € 10.000 bruto per jaar AOW-compensatie**.
Samengevat
Als Bram stopt als hij 64 jaar wordt, ontvangt hij tot zijn AOW-leeftijd: |
|
Ouderdomspensioen (levenslang) |
€ 5.864 |
AOW-compensatie (tijdelijk tot AOW-datum) |
€ 10.000 |
Bram ontvangt vanaf zijn AOW-datum: Ouderdomspensioen (levenslang) |
€ 5.864 bruto per jaar |
Daarnaast krijgt Bram vanaf zijn AOW-leeftijd AOW. |
* Dit is de vervroegingsfactor die geldt bij een pensioeningangsdatum van 64 jaar. Factoren kunnen in de toekomst wijzigen. U vindt de meest actuele factoren in het pensioenreglement.
** Deze AOW-compensatie wordt uitgekeerd tot de 1e van de maand die volgt op de AOW-datum. Hierbij gaan we uit van de AOW-leeftijd die geldt op het moment dat u met pensioen gaat. Mocht de AOW-leeftijd daarna door de overheid worden verhoogd, dan loopt uw AOW-compensatie niet door.
Keuze 2 - Gedeeltelijk met pensioen
Wilt u nog wel blijven werken, maar ook wat meer vrije tijd? U kunt dan kiezen om gedeeltelijk met pensioen te gaan. Dat kan vanaf uw 55ste. Naast uw loon ontvangt u dan een deel van uw pensioen. Over de uren die u blijft werken, bouwt u pensioen op. U bouwt wel minder pensioen op dan wanneer u tot uw 68ste fulltime zou doorwerken.
Voorbeeld - Gedeeltelijk met pensioen
Christa is 64 jaar oud en ze werkt vijf dagen per week. Ze ontvangt op dit moment een salaris van € 32.000 bruto per jaar. Vanaf haar AOW-leeftijd wil zij helemaal met pensioen. Maar ze wil nu al meer tijd met haar kleinkinderen doorbrengen. Daarom gaat ze voor twee dagen met pensioen (40%) en blijft ze drie dagen werken (60%).
Dit heeft gevolgen voor haar pensioen
- Omdat Christa minder gaat werken, bouwt ze vanaf 64 jaar tot haar AOW-leeftijd alleen pensioen op voor de uren die ze blijft werken.
- Omdat Christa gedeeltelijk stopt met werken, moet haar pensioen over een langere periode worden uitbetaald. Daarom krijgt ze minder pensioen. Dit berekenen we door haar pensioen te vermenigvuldigen met een factor. In dit voorbeeld is deze factor 81,3%*.
Christa krijgt pensioen en loon
Christa heeft een pensioen opgebouwd van € 11.500 bruto per jaar.
- Omdat Christa voor 40% met pensioen gaat, wordt van dit bedrag 40% uitgekeerd. Dit is een bedrag van € 11.500 x 40% = € 4.600 bruto per jaar.
- Dit vermenigvuldigen we met de bovengenoemde factor 81,3%*.
Christa ontvangt € 4.600 x 81,3% = € 3.739 bruto per jaar. Daarnaast ontvangt Christa nog 60% salaris. En voor de dagen dat Christa blijft werken, bouwt ze nog pensioen op bij het Bakkers Pensioenfonds totdat ze de AOW-leeftijd bereikt.
Samengevat
Als Christa gedeeltelijk stopt met werken als zij 64 jaar wordt, ontvangt zij vanaf 64 tot haar AOW-leeftijd: |
|
40% pensioen |
€ 3.739 bruto per jaar |
60% loon |
€ 19.200 bruto per jaar |
Totaal |
€ 22.939 bruto per jaar (dit is 71,6% van haar huidige salaris) |
Vanaf haar AOW-leeftijd gaat Christa helemaal met pensioen. Ook krijgt ze vanaf haar AOW-leeftijd AOW. |
* Dit is de vervroegingsfactor die geldt bij een pensioeningangsdatum van 64 jaar. Factoren kunnen in de toekomst wijzigen. U vindt de meest actuele factoren in het pensioenreglement.
Keuze 3 - Hoger of lager pensioen
Als u met pensioen gaat, ontvangt u een vast bedrag aan pensioen. Maar het is ook mogelijk om met een hogere pensioenuitkering te starten en daarna een lagere pensioenuitkering te ontvangen. Dat kan aantrekkelijk zijn als u de eerste jaren meer geld nodig heeft. Bijvoorbeeld omdat u uw hypotheek wilt aflossen of omdat u een mooie reis wilt maken. Andersom kan ook. U begint dan met een lager pensioen en krijgt daarna een hoger pensioen. Voorwaarde is wel dat u volledig met pensioen gaat.
Voorbeeld - Hoger of lager pensioen
Josje is 68 jaar en gaat met pensioen. Josje en haar man willen de eerste jaren lange periodes met hun caravan naar het zonnige Zuiden. Totdat zij 70 jaar wordt, wil zij daarom een hoger pensioen ontvangen.
Ze heeft € 8.400 bruto per jaar aan pensioen opgebouwd. Ze kiest ervoor om de eerste twee jaar 128,50%* van haar oorspronkelijke pensioen te ontvangen. Na deze drie jaar krijgt zij de rest van haar leven 96,37%* van haar oorspronkelijke pensioen.
Josje ontvangt dan het volgende: |
|
Vanaf 68 tot 70 jaar |
€ 8.400 x 128,50% = € 10.794 bruto per jaar pensioen. |
Vanaf 70 jaar, zolang zij leeft |
€ 8.400 x 96,37% = € 8.095 bruto per jaar pensioen. |
Ook krijgt ze vanaf haar AOW-leeftijd AOW. De AOW-leeftijd gaat in stapjes omhoog. Bereken wanneer u AOW krijgt. |
* Dit is de factor die geldt bij een pensioeningangsdatum van 68 jaar en een tijdelijk hoger pensioen van twee jaar. Factoren kunnen in de toekomst wijzigen. U vindt de meest actuele factoren in het pensioenreglement.
U kunt uw pensioen omruilen voor extra partnerpensioen. Andersom mag ook: uw partnerpensioen omruilen voor extra pensioen voor uzelf. Hieronder leest u meer over de twee keuzes.
Keuze 4a - Uw pensioen omruilen voor partnerpensioen
Wilt u een deel van uw ouderdomspensioen omruilen voor extra partnerpensioen? Hiervoor kunt u kiezen als u met pensioen gaat of als u stopt met werken. Uw partner krijgt dan een hoger partnerpensioen als u overlijdt. U krijgt dan zelf een lagere pensioenuitkering. Het partnerpensioen mag na omruil niet hoger zijn dan 70% van het ouderdomspensioen.
Voorbeeld - Pensioen omruilen voor partnerpensioen
Hans en Elleke zijn getrouwd. Hans heeft een pensioen opgebouwd van € 28.000 bruto per jaar. Het opgebouwde partnerpensioen is € 13.000 bruto per jaar. Hans wil dat Elleke een zo hoog mogelijk partnerpensioen heeft als hij overlijdt. Als Hans met 68 jaar met pensioen gaat, zet hij een deel van zijn pensioen om naar meer partnerpensioen.
Hans ontvangt door de omruil minder pensioen: € 28.000 – € 1.879* = € 26.121 bruto per jaar aan pensioen. |
Elleke ontvangt bij het overlijden van Hans: € 13.000 + € 5.285 = € 18.285 bruto per jaar, exclusief AOW. Dit is dan 70% van het pensioen van Hans. |
* Dit bedrag is vastgesteld aan de hand van de omzettingsfactor die geldt bij een pensioeningangsdatum van 68 jaar. Factoren kunnen in de toekomst wijzigen. U vindt de meest actuele factoren in het pensioenreglement.
Keuze 4b - Partnerpensioen omruilen voor pensioen voor uzelf
Wilt u (een deel van) uw partnerpensioen omruilen voor extra ouderdomspensioen? Hiervoor kunt u kiezen als u met pensioen gaat. Uw eigen ouderdomspensioen wordt daardoor hoger en uw partner krijgt dan geen of een lager partnerpensioen. Dit kan interessant zijn als u geen partner heeft of als uw partner zelf een goed inkomen of pensioen heeft.
Voorbeeld - Partnerpensioen omruilen voor pensioen voor uzelf
Piet en Eline zijn getrouwd. Piet heeft een pensioen opgebouwd van € 7.200 bruto per jaar. Het partnerpensioen bedraagt € 5.040 bruto per jaar. Eline heeft zelf een goed pensioen. Als Piet met 68 jaar met pensioen gaat, wil hij daarom het volledige partnerpensioen omzetten naar meer ouderdomspensioen. Eline ontvangt dan geen partnerpensioen meer bij het overlijden van Piet
Piet ontvangt door de omruil dan: € 5.040 x 0,263*= € 1.325 bruto per jaar aan extra pensioen. |
Piet ontvangt vanaf 68 jaar: |
* Dit is de omzettingsfactor die geldt bij een pensioeningangsdatum van 68 jaar. Factoren kunnen in de toekomst wijzigen. U vindt de meest actuele factoren in het pensioenreglement.