Op weg naar een nieuw pensioen
We zijn op weg naar een nieuw pensioen in Nederland. Ook het Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf krijgt een nieuwe pensioenregeling. Het pensioenfonds is hard aan het werk om de nieuwe pensioenregeling op 1 januari 2025 klaar te hebben, als een van de eerste fondsen van Nederland. We vroegen bestuursvoorzitter Peter Mannaert wat er gaat veranderen en hoe het pensioenfonds dat aanpakt.
Waarom moet het Nederlandse pensioen veranderen?
“Ons pensioenstelsel is niet meer van deze tijd. Al veel te lang kunnen de pensioenen niet meegroeien met de stijgende prijzen. Straks wordt dat makkelijker. Dat komt omdat we in het nieuwe stelsel eerlijker zijn over het feit dat rotsvaste zekerheid niet bestaat. Die zekerheid, die we nooit voor 100 procent kunnen garanderen, is nu erg duur. We moeten daar nu veel geld voor op de plank laten liggen. Straks hoeft dat niet meer. Vakbonden, werkgevers en de politiek verwachten dat het daarom makkelijker wordt om de pensioenen in goede tijden te verhogen. Ze kunnen in slechte tijden ook omlaag, net als in het huidige pensioenstelsel. Maar ook straks houden we een buffertje aan om dat zoveel mogelijk te voorkomen en de uitkeringen zo veel mogelijk stabiel te houden. En de kans op een beter pensioen wordt groter, is dus de verwachting. Want er komt weliswaar niet vanzelf geld bij, maar er komt dus wel geld vrij.”
Wat gaat er nog meer veranderen?
“Dat weten we nog niet precies, want de vakbonden en werkgevers in de bakkerssector zijn nog in gesprek over de details. Maar op hoofdlijnen is het wel duidelijk. Iedereen krijgt straks een eigen pensioenpotje. Dan kun je duidelijk zien wat je betaalt voor je pensioen en wat het oplevert. Je ziet ook dat je je ingelegde premie dubbel en dwars terugkrijgt, doordat je pensioenfonds je premie laat groeien door die te beleggen. Je pensioen wordt dus een stuk transparanter.”
Wordt alles anders?
“Nee. Wat goed is houden we zo. We blijven ons pensioen in de bakkerssector samen regelen. Zo delen we de belangrijkste risico’s en de kosten met elkaar. Daardoor is uiteindelijk iedereen beter af. En net als nu, is er straks levenslang een pensioen voor iedereen. Ook al word je 120 jaar, je krijgt je pensioen zolang je leeft. Je potje raakt dus niet leeg als je heel oud wordt. En wat ook hetzelfde blijft: bij het pensioenfonds blijven werknemers, gepensioneerden en werkgevers samen de baas. Er wordt geen winst gemaakt, want we zijn niet commercieel. We zijn van én voor de bakkers.”
Hoe zorgen jullie dat de grote pot straks eerlijk verdeeld wordt in individuele potjes?
“Sommige mensen maken zich daar zorgen over, en dat begrijp ik heel goed. Want het gaat om veel geld en om een goede oude dag voor iedereen. Voorop staat dat het geld is van de deelnemers, niet van het bestuur. We moeten rekening houden met de effecten voor iedereen, jong en oud. We willen en mogen niemand tekort doen. Dus moeten we zoeken naar de juiste balans. Gelukkig doen we dat niet alleen en kijken veel mensen met ons mee. Vakbonden, werkgevers, ons verantwoordingsorgaan met deelnemers en gepensioneerden: ze gaan ons allemaal kritisch volgen. Ook de toezichthouders. De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) controleren wat we gaan doen. En dat is goed. Want de belangen zijn groot, voor iedereen. We gaan die verdeling van de pot voor iedereen dus netjes en eerlijk regelen.
Wanneer weten mensen wat het voor hen persoonlijk gaat betekenen? In euro’s dus?
“Dat wil iedereen natuurlijk zo snel mogelijk weten. Nu kunnen we dat nog niet zeggen omdat de politiek de nieuwe wet nog moet aannemen en daarna alles nog doorgerekend moet worden. In de tweede helft van 2024 weten we dat wel. We werken er hard aan om de pensioenen zoveel mogelijk gelijk te houden, en als het even kan te verbeteren. Of dat lukt, weten we pas zeker aan het eind van 2024. Want we hebben geen glazen bol en we weten dus niet hoe de economie en de wereld er in 2025 uitzien. We houden jullie op de hoogte!”